Een mooi diner is pas echt compleet met een mooie dessertwijn bij het nagerecht. In traditionele dessertwijnen proef je de volle zoete smaken van fruit en honing. Een goede wijnmaker creëert daarnaast ook een beetje zuur in de smaak om de wijn aangenaam fris te houden. Dan ligt de wijn niet zo zwaar op de maag.
Een dessertwijn is dus niet alleen maar zoet. Dat betekent dat we ook een beetje voorzichtig moeten zijn met de combinatie van wijn en nagerecht. Een al te zoet nagerecht “overstemt” de wijn (en dat is weer zonde van de wijn). Hetzelfde geldt voor een gerecht met veel vet (denk aan slagroom). Mooie combinaties worden bijna altijd gevormd met nagerechten van fruit of ijs.
Dessertwijn combineren
Een dessertwijn combineert niet alleen goed met zoete nagerechten. Een klassieke combinatie is bij voorbeeld een zoete wijn als begeleider van een blauwader kaas. Natuurlijk speelt ook persoonlijke smaak een rol bij de beoordeling of iets een geslaagde combinatie is, of niet.
Mousserende dessertwijn
Naast de stille dessertwijnen is het ook goed mogelijk om een iets zoetere mousserende wijn te gebruiken als dessertwijn. Erg populair is de Italiaanse Moscato d’Asti, maar je kunt ook denken aan een demi-sec (half-zoete) mousserende wijn.
Een tip voor het serveren: hoe zoeter een wijn, hoe kouder je hem drinkt. Dessertwijnen serveer je dus goed gekoeld!